Vrouwelijke zelfstandige ondernemers hebben sinds 4 juni 2008 wettelijk recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken. De hoogte van deze uitkering, die valt onder de Zelfstandig en Zwanger-regeling (ZEZ-regeling), wordt bepaald op basis van de inkomsten van de zelfstandige in het kalenderjaar voorafgaand aan de uitkering en kan maximaal het wettelijk brutominimumloon bedragen.
Hoogte zwangerschapsverlof zelfstandigen
De uitkering van de zwangerschapsuitkering wordt berekend aan de hand van het aantal uur die je hebt gewerkt in het kalenderjaar voorafgaand aan het starten van jouw zwangerschapsuitkering. Wanneer je in dat jaar ten minste 1225 uur als zelfstandige hebt gewerkt, ontvang je de maximale uitkering, die gelijk is aan het minimumloon. Indien je in dat jaar minder dan 1225 uur hebt gewerkt, zal je uitkering lager en afhankelijk zijn van de behaalde winst in dat jaar. Deze regel
Deze regeling is tot stand gekomen om de gezondheid en veiligheid van zowel moeder als kind te waarborgen. Het vermindert financiële druk voor zelfstandigen om gedurende de zwangerschap langdurig door te blijven werken en bijvoorbeeld na de bevalling weer snel aan de slag te gaan. Deze regeling is tevens van toepassing op de meewerkende echtgenoot van de zelfstandige. Het UWV voert de wet uit en de financiering hiervan komt uit de algemene middelen.
Zwangerschapsverlof aanvragen
Het indienen van een aanvraag voor de ZEZ-uitkering voor zwangere zelfstandigen bij het UWV kan op twee manieren plaatsvinden:
- Je kunt het aanvraagformulier direct verkrijgen op de website van het UWV.
- Je hebt ook de mogelijkheid om het formulier aan te vragen via de UWV Telefoon Werknemers, bereikbaar op 088-898 9294 (lokaal tarief).
De uitkering gaat 4 tot 6 weken voor je verwachte bevaldatum van start. Je kan je aanvraag voor de uitkering uiterlijk 2 weken vóór het ingaan van de uitkering indienen, wat overeenkomst met 6 tot 8 werken voor de geschatte bevaldatum. Indien je op dit moment zwanger bent, is het mogelijk om de uitkering bij het UWV vooraf aan te vragen. De uitkering gaat van start 4 tot 6 weken voor de verwachte bevallingsdatum. De aanvraag dient uiterlijk 2 weken vóór het ingaan van de uitkering te worden ingediend, wat overeenkomt met 6 tot 8 weken voor de geschatte bevallingsdatum. Als zelfstandigen draag je geen premie af voor deze uitkering.
Vrijstellingsregeling met betrekking tot de referentieperiode
De periode waarnaar het UWV verwijst om de hoogte van de ZEZ-uitkering te bepalen, is het boekjaar vóór het jaar waarin de ZEZ-uitkering wordt ontvangen. Toepassing van deze regel kan echter leiden tot ongelijke behandeling.
Stel je voor, je start je eigen onderneming in november 2020 en raakt in juni 2021 zwanger. Naar verwachting zal je dan in februari 2022 bevallen, waardoor je recht hebt op een ZEZ-uitkering op basis van het in 2021 verdiende loon.
Maar zou je ook in november 2020 je eigen onderneming starten en je wordt in diezelfde maand zanger, dan zal je naar verwachting in augustus 2021 bevallen. Volgens de regels van het UWV heb je dan geen recht op een ZEZ-uitkering omdat je in 2020 geen (of onvoldoende) winst is behaald.
Vanaf 11 oktober 2018 bestaat er een uitgebreide uitleg met betrekking tot de hardheidsclausule in artikel 10, lid 4 van het inkomensbesluit WAZ. Enkele zelfstandigen kunnen baat hebben de vernieuwde uitleg. Deze ruimere interpretatie staat toe dat de referentieperiode, via de hardheidsclausule, wordt verschoven naar 12 maanden voorafgaand aan de startdatum van het ZEZ-recht(oftewel, het begin van het zwangerschapsverlof). De uiteindelijke beslissing ligt bij het UWV, zij bepalen of de hardheidsclausule op jou van toepassing is. Als de hoofdregel tot een ‘onbillijkheid van overwegende aard’ leidt, dan kan de clausule worden ingezet. Dit kan tot gevolg hebben dat je een hogere uitkering krijgt. Het UWV heeft een ruimere interpretatie van de bestaande hardheidsclausule sinds 11 oktober 2018, ook dit kan leiden tot een hogere uitkering. Voor deze datum was dit beleid niet van kracht.
Ben je eerder afgewezen?
Als je vóór 11 oktober 2018 werd afgewezen en je nu van mening bent dat je volgens de huidige ruimere interpretatie wel recht hebt, dan kan je bij het UWV een verzoek indienen om de destijds genomen beslissing te heroverwegen.
De aanvraag zal dan opnieuw worden beoordeeld volgens het huidige beleid. Het UWV zal dan beoordelen of er genoeg reden is om de nieuwe hardheidsclausule toe te passen en in misschien wel in jouw geval tot een gunstigere uitkomst zal leiden!
Wil je weten waar je nog meer aan moet denken als zzp’er in de zorg? Lees hier dan verder