Onzekerheid voor zzp’ers in verband met de nieuwe wet VBAR
In de zorgsector blijft voorlopig onzekerheid en onduidelijkheid bestaan over de regels rondom zzp’ers en freelancers. Het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (Wet VBAR), bedoeld om de regels voor het werken met personeel niet in loondienst (PNIL) te verduidelijken, zal niet op tijd worden ingevoerd.
Zzp’ers in de zorg kunnen, zonder de wet, achteraf claimen dat zij feitelijk werknemers waren. Dit gaat gepaard met aanzienlijke financiële consequenties, zoals onverwachte claims voor loondoorbetaling bij ziekte en pensioenafdrachten.
De Wet VBAR wil een duidelijke scheiding laten zien tussen zelfstandig werk en dienstverbanden. Helaas blijkt eind 2023 dat de wetgeving vastloopt in de politieke besluitvorming, hierbij laat het ministerie van SWZ weten dat de voorgestelde ingangsdatum van 1 juli 2025 niet haalbaar is. Deze berichtgeving is ontzettend belangrijk voor zorgondernemers en professionals die afhankelijk zijn van de regelgeving met betrekking tot het inzetten van personeel niet in loondienst.
Er is nog steeds onduidelijkheid
Het wetsvoorstel heeft geleid tot kritische reacties en vragen, hieruit werd vastgesteld dat het wetsvoorstel niet de gewenste vereenvoudiging en verduidelijking zal bieden. Om deze reden wil de huidige Tweede Kamer dat het wetsvoorstel in tweeën wordt gesplitst. Het eerste onderdeel zal verdere aanpassingen nodig hebben, dit betreft de bepaling of er sprake is van een dienstbetrekking (ABC-formule). Het tweede onderdeel, het wettelijk rechtsvermoeden, dat geldt zzp’er een uurtarief lager heeft dan €32,24 excl. Btw, zal moeten worden ingevoerd ter bescherming van deze groep mensen.
Recentelijk heeft Minister van Gennip aangegeven het wetsvoorstel als één geheel te willen voorleggen. Hierbij heeft zij ook aangegeven dat het niet mogelijk zal zijn om het wetsvoorstel begin 2025 aan de Tweede Kamer voor te leggen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de ingangsdatum van 1 juli 2025 niet haalbaar zal zijn. Er wordt ook nagedacht over een redelijke overgangstermijn, zodat de markt zich kan voorbereiden. Zeer recent werd bekend dat de inwerkingtreding van het wetsvoorstel waarschijnlijk pas op 1 januari 2026 zal plaatsvinden. Ook rest de vraag, hoe zal het nieuwe kabinet tegen het wetsvoorstel aankijken?